Terug naar overzicht
16.11.2022

Beroep doen op gedetacheerde derdelanders – met welke regels dient u rekening te houden?

Nagenoeg alle werkgevers ervaren de krapte op de Europese arbeidsmarkt en zoeken naar oplossingen om talent van buiten de Europese grenzen aan te trekken én flexibel in te zetten op Belgische projecten.

Werknemers die geen onderdaan zijn van de Europees Economische Ruimte (“EER”) of Zwitserland (hierna: “derdelanders”) kunnen echter niet zomaar in België worden tewerkgesteld. Zij hebben in principe een vergunning nodig om in ons land te mogen werken én verblijven.

In sommige gevallen moet de (vaak) complexe procedure om dergelijke vergunning te krijgen evenwel niet worden gevolgd. Dat is bijvoorbeeld het geval voor derdelanders die in dienst zijn van een onderneming die in de Europese Unie is gevestigd en in het kader van hun tewerkstelling tijdelijk naar België worden gedetacheerd voor een specifiek project. Deze uitzondering wordt in de volksmond ook wel eens de “Vander Elst vrijstelling” genoemd.

 

1. Wat is De “Vander Elst vrijstelling“?

In 1994 oordeelde het Europees Hof van Justitie in het zogenaamde arrest “Vander Elst” dat een land géén vergunningsplicht mag opleggen aan derdelanders die gedetacheerd worden door een werkgever die in de Europese Unie gevestigd is. In de Europese Unie geldt namelijk het vrij verkeer van diensten en het opleggen van dergelijke vergunning werd als een belemmering gezien.

Concreet zegt het Europees Hof van Justitie het volgende (voorbeeld): indien een werkgever gevestigd is in Frankrijk, dan mag deze Franse werkgever zijn personeel inzetten op een project in België, óók indien enkele werknemers geen EU-burger zijn. België mag in dit geval niet eisen dat de derdelander een verblijfs- en/of arbeidskaart moet aanvragen.

Als gevolg van dit arrest hebben de lidstaten van de Europese Unie hun wetgeving moeten aanpassen en een vrijstelling moeten voorzien voor deze specifieke groep van derdelanders.

De “Vander Elst vrijstelling” houdt in dat derdelanders die vanuit een lidstaat van de Europese Unie naar België worden gedetacheerd, automatisch toelating tot de arbeidsmarkt krijgen indien aan volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. De derdelander wordt tewerkgesteld door een onderneming die gevestigd is in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) of Zwitserland;
  2. De derdelander komt naar België om diensten te verrichten namens zijn werkgever;
  3. De derdelander heeft in de lidstaat van verblijf een geldig verblijfsrecht van meer dan drie maanden;
  4. De derdelander is wettig tewerkgesteld in de lidstaat van verblijf en met een geldige arbeidsovereenkomst;
  5. De toelating tot tewerkstelling in de lidstaat van verblijf zijn minstens geldig voor de duur van het in België uit te voeren werk;
  6. De derdelander beschikt over een paspoort en een verblijfsvergunning met een geldigheidsduur die minstens gelijk is aan de duur van de dienstverlening in België. Op die manier wordt de terugkeer naar het land van oorsprong of de lidstaat van verblijf verzekert.

Indien aan deze voorwaarden is voldaan, mogen deze personen samen met de EU-burgers vrij over de Europese grenzen bewegen om in België te komen werken.

 

2. Praktische toepassing van de vrijstelling

Hoewel derdelanders die naar België worden gedetacheerd onder de “Vander Elst-vrijstelling” geen verblijfsvergunning, arbeidskaart of gecombineerde vergunning (in geval van lang verblijf) moeten aanvragen, dienen er wel nog steeds enkele andere formaliteiten te worden vervuld.

2.1          ALGEMENE VOORWAARDEN INZAKE DETACHERING

Uiteraard moeten voor derdelanders die onder de “Vander Elst vrijstelling” naar België reizen, wel nog dezelfde regels en voorschriften worden nageleefd als voor andere gedetacheerde werknemers: o.a. voorzien van een A1-document en LIMOSA-verklaring, het toepassen van minimum arbeids- en loonvoorwaarden, …

2.2          VISUMVRIJSTELLING

De “Vander Elst vrijstelling” kan énkel maar worden toegepast, op voorwaarde dat het gaat om een detachering vanuit een andere EU-lidstaat.

In dat geval wordt de derdelander vermoed een geldig verblijfsrecht te hebben in de lidstaat van waaruit hij zal worden gedetacheerd. Bijgevolg is er géén visum nodig om België binnen te komen. De verblijfsvergunning van de derdelander in de EU-lidstaat geeft recht op vrij verkeer.

Let op: de visumvrijstelling is niet van toepassing bij een detachering van buiten de Europese Unie.

Bijvoorbeeld: een Indische vennootschap detacheert haar werknemers naar België voor een project van 6 maanden. Zij zullen niet enkel de arbeids- en verblijfsvergunning moeten aanvragen, maar ook een visum.

2.3          MODALITEITEN BIJ AANKOMST IN BELGIË

De derdelander is verplicht om zich binnen de 3 werkdagen na aankomst op het Belgisch grondgebied te melden bij de gemeente van verblijf. Voor EU-burgers geldt deze meldingsplicht binnen de tien werkdagen. Indien de werknemers in een hotel, pension, camping of jeugdherberg verblijven, zijn zij vrijgesteld van de aanmeldingsplicht, zolang het verblijf beperkt is tot 90 dagen.

Deze aankomstmelding is in het bijzonder belangrijk voor derdelanders. Indien zij deze formaliteiten niet naleven, worden zij vermoed illegaal in België te verblijven. Het is voor Belgische opdrachtgever dan ook van groot belang om te verifiëren of de aankomstverklaring in orde werd gemaakt.

2.4          STATUUTWIJZIGING VAN KORT NAAR LANG VERBLIJF

Indien het Belgisch project een (vermoedelijke) duur van meer dan 90 dagen heeft, moet de derdelander na zijn melding van aankomst bij de gemeente, een statuutwijziging aanvragen voor lang verblijf. Dat doet hij door een zogenaamde A-kaart aan te vragen.

De elektronische A-kaart geeft de derdelander een tijdelijk recht om in België te werken én te verblijven. De A-kaart dient te worden hernieuwd tussen de 40ste en 30ste dag voor de vervaldatum.

 

3. Te onthouden

Buitenlandse ondernemingen die niet-EU-burgers naar België sturen om een project te realiseren of Belgische ondernemingen die beroep doen op buitenlandse dienstverleners, dienen zeker volgende zaken in het achterhoofd te houden:

  1. Stap 1: ga steeds na of er derdelanders bij de buitenlandse dienstverlener worden tewerkgesteld;
  2. Stap 2: vraag documenten op die aantonen dat de 6 voorwaarden voor de Vander Elst-vrijstelling zijn voldaan;
  3. Stap 3: indien je vaststelt dat Vander Elst-vrijstelling NIET van toepassing is (vb. onderaannemer is niet gevestigd binnen de EER of Zwitserland) – controle van de Belgische arbeids- en verblijfsvergunning.
  4. Stap 4a: indien je vaststelt dat Vander Elst-vrijstelling WEL van toepassing is, vraag kopie van de bijlage 3ter op vooraleer de werken starten. Op die manier wordt gecontroleerd of de werknemers zich effectief bij de gemeente hebben gemeld;
  5. Stap 4b: duurt het project (plots) meer als 90 dagen? Informeer als opdrachtgever de dienstverlener en vraag tijdig kopie van de bijlage 15/A-kaart op;

 

Meer vragen over detachering? Of wenst u te worden begeleid bij het opstarten van buitenlandse activiteiten? Neem dan zeker contact op met één van onze experten bij Van Havermaet.

 

BTW: BE 0449.399.317
© Van Havermaet International 2024

Wij maken gebruik van cookies of gelijkaardige technologieën (bv. pixels of sociale media plug-ins) om o.a. uw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij analyserende en marketing cookies te gebruiken om uw websitebezoek persoonlijker te maken, gerichte advertenties naar u te verzenden en om ons meer inzicht te geven in uw gebruik van onze website.

Gaat u ermee akkoord dat we cookies gebruiken voor een optimale websitebeleving, opdat wij onze website kunnen verbeteren en om u te kunnen verrassen met advertenties? Bevestig dan met "OK".

Wenst u daarentegen specifieke voorkeuren in te stellen voor verschillende soorten cookies? Dat kan via onze cookie policy. Wenst u meer uitleg over ons gebruik van cookies of hoe u cookies kan verwijderen? Lees dan onze cookie policy.