Terug naar overzicht
16.09.2021

AANKOMENDE TRANSFER PRICING DEADLINE: OOK VOOR UW ONDERNEMING?

Sinds de invoering van de transfer pricing documentatievereisten in 2016 worden talrijke Belgische ondernemingen verplicht om ieder jaar hun transfer pricing documentatie beschikbaar te maken aan de Belgische fiscus. Meer bepaald moeten ondernemingen die bepaalde vooropgestelde drempels overschrijden jaarlijks een groepsdossier (zogenaamde Master File) en een lokaal dossier (Local File) opstellen en indienen. In sommige gevallen moet eveneens een landenrapport (Country-by-Country report) of een CBC-notificatie ingediend worden.

Daarnaast worden in sneltreinvaart nieuwe transfer pricing richtlijnen ingevoerd omtrent specifieke topics, zoals de vergoeding voor het gebruik van intellectuele eigendom en financiële transacties binnen ondernemingsgroepen. Deze richtlijnen kunnen een verregaande impact hebben op uw transfer pricing beleid en documentatie.

DOCUMENTATIEVERPLICHTINGEN

Ook dit jaar staat transfer pricing hoog op de prioriteitenlijst van de Belgische belastingdienst. In de praktijk zien we dan ook een sterke toename van het aantal transfer pricing controles, waarbij ondernemingen die niet (correct) aan de documentatieverplichtingen voldoen steeds vaker in het vizier van de fiscus komen. We verwijzen eveneens naar onze vorige nieuwsbrief voor meer informatie hierover.

Het mag duidelijk zijn dat het belang van het correct en tijdig voldoen aan alle relevante transfer pricing documentatievereisten en bijhorende compliance-verplichtingen niet onderschat mag worden. Maar wat houden deze documentatieverplichtingen nu weer net in? In deze nieuwsbrief lijsten we de belangrijkste elementen en voorwaarden nog even voor u op.

WELKE VENNOOTSCHAPPEN?

Belgische vennootschappen die deel uitmaken van een internationale groep en die op basis van de enkelvoudige jaarrekening minstens één van onderstaande criteria overschrijden voor het voorlaatste afgesloten boekjaar hebben de verplichting om een groepsdossier (Master File) en een lokaal dossier (Local File) in te dienen:

  • Een totaal van 50 miljoen euro aan bedrijfs- en financiële opbrengsten (met uitsluiting van de  niet-recurrente opbrengsten); of
  • Een jaargemiddelde van het personeelsbestand van 100 voltijdse equivalenten (VTE’)s; of
  • Een balanstotaal van 1 miljard euro.

Indien uw onderneming met andere woorden in boekjaar 2019 één van voormelde drempels heeft overschreden, zal zij verplicht zijn om voor boekjaar 2020 een groepsdossier en een lokaal dossier in te dienen.

WANNEER?
  • Het groepsdossier moet via het formulier “275 MF” binnen een termijn van 12 maanden na de laatste dag van de rapporteringsperiode van de groep ingediend worden. Voor boekjaren die afsluiten per 31 december 2020 betekent dit dat de indieningsdeadline werd vastgesteld op 31 december 2021.
  • De indieningsdeadline van het lokaal dossier volgt deze van de Belgische aangifte in de vennootschapsbelasting. Voor het boekjaar 2020 heeft dit tot gevolg dat het lokaal dossier via het formulier “275 LF” uiterlijk op 28 oktober 2021 ingediend zal moeten zijn.
WELKE INFORMATIE?
  • Het groepsdossier of Master File biedt een algemeen overzicht van de internationale groep. Hierin wordt onder meer uitgelegd hoe de groep is gestructureerd, hoe de wereldwijde verdeling van inkomsten is opgesteld, bij welke entiteit(en) de belangrijke immateriële activa zich bevinden, op welke wijze de groep gefinancierd wordt, enz.
  • Het lokaal dossier of Local File is gericht op de lokale Belgische entiteit. Hierin wordt informatie gegeven omtrent de activiteiten van de onderneming en haar ondernemings- en managementstructuur. Wanneer uw onderneming bovendien meer dan 1 miljoen euro aan grensoverschrijdende transacties met buitenlandse groepsentiteiten heeft verricht in het laatst afgesloten boekjaar, moet een gedetailleerd gedeelte van het formulier 275 LF worden ingevuld. In dit gedetailleerd gedeelte moet een cijfermatig overzicht worden bezorgd van elke intragroeptransactie per type activiteit (bijv. dienstverlening, productie, verkoop, enz.) inclusief de gehanteerde verrekenprijsmethodiek.
LANDENRAPPORT

Als derde onderdeel van de transfer pricing documentatie is er het zogenaamde landenrapport of ‘Country-by-Country report’. Het landenrapport of Country-by-Country report betreft een overzicht per land van de voornaamste activiteiten, verdeling van de algehele inkomsten, winsten, betaalde en verschuldigde inkomstenbelastingen en overige economische indicatoren.

De verplichting om een landenrapport (Country-by-Country rapport) bij te houden is evenwel voorbehouden voor grote multinationale groepen die, voor de rapporteringsperiode die onmiddellijk voorafgaat aan de laatste afgesloten rapporteringsperiode, een totaal van 750 miljoen euro of meer geconsolideerde brutogroepsopbrengsten behalen. Normaliter is het de uiteindelijke moederentiteit van de groep die instaat voor de indiening van het landenrapport.

Hoewel er relatief weinig multinationale groepen met een Belgisch hoofdhuis zijn die voornoemde drempel van 750 miljoen euro aan geconsolideerde brutogroepsopbrengsten overschrijden, moet door elke Belgische (dochter)entiteit of bijkantoor van een grote multinationale groep nog steeds uitgekeken worden voor de zogenaamde CBC-notificatieplicht. De Belgische wetgever heeft immers een notificatieverplichting ingevoerd (overeenkomstig andere OESO landen) waarbij elke Belgische vennootschap van dergelijke kwalificerende internationale groep in principe jaarlijks een notificatieformulier (formulier 275CBCNOT) moet indienen bij de bevoegde Belgische belastingdienst. De jaarlijkse indiening van het notificatieformulier moet echter enkel nog gebeuren indien er zich een wijziging voordoet in de te rapporteren informatie.

De deadline voor het indienen van het notificatieformulier valt samen met deze van het groepsdossier, met name binnen 12 maanden na de laatste dag van de rapporteringsperiode van de groep.

 

RISICO’S BIJ NIET-NALEVING

Uit contacten met de fiscale administratie blijkt dat controles steeds vaker gebaseerd worden op niet-conforme transfer pricing formulieren. Het niet, foutief, laattijdig, onvolledig of ondoordacht invullen van de betreffende documentatie kan dan ook aanleiding geven tot administratieve boetes (gaande van 1.250 euro tot 25.000 euro), alsook de kans op een tijdrovende transfer pricing audit aanzienlijk vergroten.

 

BIJZONDERE AANDACHTSPUNTEN

In de praktijk merken we verder een verhoogde aandacht van de Belgische fiscus voor specifieke transfer pricing thema’s, meer bepaald:

  • Zogenaamde ‘low risk’ entiteiten (bijv. maakloonwerker of distributiekantoor), waarbij steeds gevraagd wordt naar een correcte transfer pricing onderbouw voor de toegepaste vergoedingsmethodiek aan de hand van een benchmarkstudie. Dergelijke studie moet in beginsel om de drie jaar hernieuwd worden.
  • Ook wordt er steeds meer aandacht besteed aan transfer pricing en immateriële activa (bijv. merknamen, patenten, specifieke know how, enz.), waarbij aan de hand van het “DEMPE” framework van de OESO transfer pricing richtlijnen bepaald moet worden aan welke entiteit de opbrengsten uit de exploitatie van het immaterieel actief toekomen. Hierbij zal men binnenin de organisatie moeten belichten welke personen daadwerkelijk instaan voor de ‘Development, Enhancement, Maintenance, Protection & Exploitation’ van de intellectuele eigendom.
  • Hiernaast merken we dat er in het kader van fiscale controles ook steeds meer aandacht wordt besteed aan financiële transacties en of bijhorende vergoedingen al dan niet aan het “arm’s length” beginsel voldoen. Denk bijvoorbeeld aan het hanteren van korte termijn vs. lange termijn rentevoeten, vaste of variabele rentevoeten, kosten of opbrengsten uit wisselkoersrisico’s, garantievergoedingen, enz.
  • Uw transfer pricing beleid moet voldoende onderbouwd zijn op basis van intragroepovereenkomsten. Bovendien moet jaarlijks (en bij voorkeur op maand- of kwartaalbasis) cijfermatige aansluiting worden gemaakt van het te bereiken transfer pricing resultaat met uw actuele cijfers.
  • Ook wordt meer en meer gekeken naar de impact van uw transfer pricing beleid op de globale belastingkost binnen de ondernemingsgroep, des te meer wanneer gebruik gemaakt wordt van welbepaalde fiscale incentives (innovatieaftrek, enz.).
  • Tenslotte worden er strikte ‘substance’ vereisten toegepast in hoofde van (sub)holdings opdat bronheffing op intragroepbetalingen niet vermeden kan worden. Dergelijke substance vereisten brengen in bepaalde gevallen voorts ook het risico op niet-aftrekbaarheid van managementvergoedingen met zich mee.

 

ONDERBOUWDE TRANSFER PRICING DOCUMENTATIE IS “THE WAY FORWARD”

Rekening houdende met de aankomende deadline voor het lokaal dossier, moeten ondernemingen die aan voormelde drempels voldoen spoedig actie ondernemen. Hierbij moet gewaakt wordt over de samenstelling van een consistent dossier, zowel op juridisch (intragroepovereenkomsten), financieel (rapportering) als fiscaal (bronheffingen, BTW, invoerrechten) vlak.

Uiteraard kunnen onze experten bij Van Havermaet u graag bijstaan bij de opmaak en implementatie van een goed onderbouwd en doordacht transfer pricing beleid binnen uw groep, alsook bij het opstellen van de nodige documentatie en juridische contracten.

© Van Havermaet International 2024

Wij maken gebruik van cookies of gelijkaardige technologieën (bv. pixels of sociale media plug-ins) om o.a. uw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij analyserende en marketing cookies te gebruiken om uw websitebezoek persoonlijker te maken, gerichte advertenties naar u te verzenden en om ons meer inzicht te geven in uw gebruik van onze website.

Gaat u ermee akkoord dat we cookies gebruiken voor een optimale websitebeleving, opdat wij onze website kunnen verbeteren en om u te kunnen verrassen met advertenties? Bevestig dan met "OK".

Wenst u daarentegen specifieke voorkeuren in te stellen voor verschillende soorten cookies? Dat kan via onze cookie policy. Wenst u meer uitleg over ons gebruik van cookies of hoe u cookies kan verwijderen? Lees dan onze cookie policy.