Definitie vaste inrichting

1. Materiële vaste inrichting

Een vaste inrichting kan ontstaan wanneer de onderneming in België over een materiële ruimte beschikt (als eigenaar, huurder of op gelijk welke manier beschikkingsmacht heeft).

De uitdrukking “materiële vaste inrichting” omvat in het bijzonder:

  • een plaats waar leiding wordt gegeven;
  • een filiaal;
  • een kantoor;
  • een fabriek;
  • een werkplaats; en
  • een mijn, een olie of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen.

VERHOOGDE AANDACHT VAN DE BELGISCHE BELASTINGDIENST

We stellen vast dat de Belgische Belastingdienst hun onderzoeksactiviteiten met betrekking tot buitenlandse bedrijven die gedurende een lange periode (langer dan 6 maanden) of op een recurrente basis gedurende een welbepaalde periode activiteiten/projecten uitvoeren voor dezelfde opdrachtgever of op dezelfde geografische locatie in België hebben opgedreven. In dergelijke gevallen kan de Belgische belastingdienst mogelijks het standpunt innemen dat de onderneming een belastbare materiële vaste inrichting heeft in België.

Zo kan namelijk het enkele feit dat uw onderneming over een bepaalde ruimte in België beschikt (vb. werkplaats van klant) die ze voor haar bedrijfsactiviteiten gebruikt volstaan om een materiële vaste inrichting te vormen. In dit verband is het bovendien niet vereist dat deze ruimte (gebouwen, faciliteiten, installaties enz.) eigendom zijn van of gehuurd worden door of anderszins ter beschikking staan van uw onderneming.

Op basis van de exacte feiten, kunnen wij desgewenst nagaan of er daadwerkelijk een risico bestaat dat de uitgevoerde activiteiten aanleiding kunnen geven tot een belastbare vaste inrichting in België.

Daarnaast merken wij volledigheidshalve op dat in bepaalde situaties een thuiskantoor eveneens een materiële vaste inrichting kan uitmaken. Deze analyse is echter sterk afhankelijk van de concrete feiten en omstandigheden. Een belangrijk element hierbij is dat het thuiskantoor “ter beschikking” moet staan van de onderneming opdat het een materiële vaste inrichting zou uitmaken. In veel gevallen zal de uitoefening van bedrijfsactiviteiten bij een werknemer thuis zo incidenteel zijn dat de woning niet wordt beschouwd als een plaats die ter beschikking van de onderneming staat. Wanneer een kantoor aan huis echter voortdurend wordt gebruikt om bedrijfsactiviteiten voor een onderneming te verrichten en uit de feiten en omstandigheden blijkt dat de onderneming van de betrokkene heeft verlangd dat hij die plaats gebruikt om de activiteiten van de onderneming uit te oefenen (bijvoorbeeld door een werknemer geen kantoor ter beschikking te stellen in omstandigheden waarin de aard van het werk duidelijk een kantoor vereist), kan het kantoor aan huis worden geacht ter beschikking van de onderneming te staan.

2. Bouwwerken of constructie- of installatiewerkzaamheden

De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of installatiewerkzaamheden is eveneens een Belgische vaste inrichting die aanleiding geeft tot het indienen van een aangifte in de Belgische belasting van niet-inwoners zodra de duur ervan 30 dagen overschrijdt.

Hiernaast vallen ook on-site planningswerkzaamheden en het management of toezicht over de constructiewerkzaamheden onder de definitie van constructiewerken. Ook graafwerken worden expliciet door deze bepaling gevat.

Op basis van het dubbelbelastingverdrag met het thuisland van de onderneming in kwestie zal België weliswaar pas heffingsbevoegd zijn indien deze een langere duur overschrijdt. In het algemeen is een periode van 12 maanden van toepassing, maar bij wijze van uitzondering vermelden een aantal dubbelbelastingverdragen een kortere periode (bijvoorbeeld 6 maanden).

Het gaat om werken die ofwel in de loop van het jaar 2022 de termijn van 12 maanden hebben overschreden, ofwel in de loop van het jaar 2022 zijn aangevangen en die later de termijn van 12 maanden zullen overschrijden (bijvoorbeeld in 2023).

Voor de berekening van de duur van een bouwwerk of van constructie- of installatiewerkzaamheden dienen volgende spelregels in aanmerking genomen te worden:

  • de periode vat aan vanaf het moment waarop de eerste voorbereidende werkzaamheden plaatsvinden op het Belgisch grondgebied;

  • afzonderlijke bouwwerken of afzonderlijke constructie- of installatiewerkzaamheden moeten voor de berekening van de minimum duurtijd volgens het betreffende verdrag (bijvoorbeeld 12 maanden) niet worden samengenomen;

  • in principe kunnen als ‘afzonderlijke werken’ worden beschouwd, werken die voor rekening van verschillende opdrachtgevers worden uitgevoerd, tenzij die werken vanuit economisch oogpunt één geheel vormen;

  • indien verschillende werken voor rekening van één enkele opdrachtgever worden uitgevoerd ingevolge één enkele overeenkomst, worden zij als één geheel behandeld (tenzij die werken niet in enige samenhang worden verricht);

  • indien verschillende werken voor rekening van één enkele opdrachtgever worden uitgevoerd ingevolge meer dan één overeenkomst, dienen zij eveneens te worden samengenomen in geval de werken, ofschoon op verschillende plaatsen uitgevoerd, slechts een deel van een groter geheel vormen en er geen noemenswaardige werkonderbreking is;

  • de uitvoering van samenhorige activiteiten die worden uitgevoerd voor eenzelfde bouw-, constructie- of installatiewerk door groepsvennootschappen, al dan niet gedurende verschillende tijdsperiodes, moet gemotiveerd kunnen worden door zakelijke motieven.

Merk op dat in kader van recente internationale ontwikkelingen nogmaals werd bevestigd dat een vaste inrichting toch kan ontstaan ondanks het feit dat de minimum duurtijd voor een vaste inrichting niet wordt overschreden, wanneer er sprake zou zijn van een fiscaal geïnspireerde opsplitsing van projecten/contracten tussen groepsvennootschappen.

3. Personele vaste inrichting

Indien uw onderneming in België een (afhankelijke) vertegenwoordiger heeft, die al dan niet de bevoegdheid heeft om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht ook gewoonlijk uitoefent, dan vormt dit een Belgische vaste inrichting en moet een aangifte in de belasting van niet-inwoners worden ingediend.

Merk op dat onder het begrip vertegenwoordiger bijvoorbeeld een handelsvertegenwoordiger of bestuurder wordt bedoeld; een aansprakelijk vertegenwoordiger voor btw-doeleinden wordt echter niet bedoeld. Onder handelsvertegenwoordiger wordt aldus verstaan eenieder die zich identificeert als vertegenwoordiger van een vennootschap en in naam en voor rekening van deze vennootschap spreekt en/of contracteert.

RECENTE ONTWIKKELINGEN

In het kader van recente internationale fiscale ontwikkelingen kan de vertegenwoordiger reeds een vaste inrichting uitmaken indien deze niet bevoegd is om overeenkomsten af te sluiten, maar wel een belangrijke rol speelt in het negotiëren en/of sluiten van contracten, waarbij nadien geen materiële contractuele wijzigingen meer worden doorgevoerd door het buitenlandse hoofdhuis. De economische realiteit zal m.a.w. doorslaggevend zijn.

Op basis van de exacte feiten en het toepasselijke dubbelbelastingverdrag, kunnen wij desgewenst nagaan of er daadwerkelijk een (toekomstig) risico bestaat dat de vertegenwoordiger(s) aanleiding kunnen geven tot een belastbare vaste inrichting in België.

© Van Havermaet International 2024